4. KAART
Een replica van de kaart met de identieke kleuren en de identieke afmetingen heb ik inmiddels in mijn bezit! Bedankt aan iedereen die dit mogelijk gemaakt heeft!
Deze landkaart van de Zeventien Provinciën van Nederland werd gepubliceerd door de Nederlandse cartograaf Huyck Allart. Het enige bekende voorbeeld van Allart's kaart, waarop de datum van 1671 staat, wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Leiden. Hoewel Allart's kaart is identiek qua geografische inhoud, werden er een paar decoratieve cartouches gezien op de versie van Vermeer.
|
"James Welu, die een zorgvuldige en systematische studie heeft gemaakt van de kaarten op de achtergrond van Vermeers schilderijen heeft ontdekt dat zij verbazingwekkend getrouw zijn aan de uitgegeven oorspronkelijke kaarten, zelfs al week de schilder nu en dan af van zijn voorbeelden, vanwege het decoratieve effect op de compositie. Zelfs de zeemeerminnen, zeemonsters en zeilschepen die de oceanen bevolken zijn correct afgebeeld op Vermeers schilderijen.
Welu heeft erop gewezen dat de kaart van Nicolaes Visscher op de achtergrond van 'De Schilderkunst' uit Wenen de noordelijke en de zuidelijke provincies van de Nederlanden toont alsof zij nog een politieke eenheid vormden en de Republiek geen soeverein bestaan had verworven. We zullen nooit weten of de vouw in het midden van de kaart, die een symbolische scheiding maakt tussen het katholieke en het protestantse gebied, opzettelijk door Vermeer werd aangebracht of werkelijk zichtbaar was op de afgebeelde kaart.
...
Toch heeft Vermeer nooit het schilderkunstig effect uit het oog verloren dat hij trachtte te bereiken door zijn aardbollen en landkaarten op de achtergrond van zijn composities te plaatsen. Dezelfde kaart ziet er heel anders uit op 'De soldaat en het lachende meisje' en op 'Lezende vrouw in het blauw'. Op het eerste schilderij is het land hemelsblauw geschilderd; op het tweede is dat land in harmonie met het matte oker van het hele oppervlak. Als een groot deel van de kaart in het tweede schilderij blauw was geschilderd, zou het blauwe jak van de vrouw zeker in de achtergrond verdwenen zijn en haar gestalte zou veel verloren hebben aan volume en monumentaliteit."
(bron: John Michael Mondigs - Vermeer en zijn milieu, vertaald door Hans Bronkhorst)
Welu heeft erop gewezen dat de kaart van Nicolaes Visscher op de achtergrond van 'De Schilderkunst' uit Wenen de noordelijke en de zuidelijke provincies van de Nederlanden toont alsof zij nog een politieke eenheid vormden en de Republiek geen soeverein bestaan had verworven. We zullen nooit weten of de vouw in het midden van de kaart, die een symbolische scheiding maakt tussen het katholieke en het protestantse gebied, opzettelijk door Vermeer werd aangebracht of werkelijk zichtbaar was op de afgebeelde kaart.
...
Toch heeft Vermeer nooit het schilderkunstig effect uit het oog verloren dat hij trachtte te bereiken door zijn aardbollen en landkaarten op de achtergrond van zijn composities te plaatsen. Dezelfde kaart ziet er heel anders uit op 'De soldaat en het lachende meisje' en op 'Lezende vrouw in het blauw'. Op het eerste schilderij is het land hemelsblauw geschilderd; op het tweede is dat land in harmonie met het matte oker van het hele oppervlak. Als een groot deel van de kaart in het tweede schilderij blauw was geschilderd, zou het blauwe jak van de vrouw zeker in de achtergrond verdwenen zijn en haar gestalte zou veel verloren hebben aan volume en monumentaliteit."
(bron: John Michael Mondigs - Vermeer en zijn milieu, vertaald door Hans Bronkhorst)
Dit las ik onlangs ook nog over Vermeer's kaarten:
"...
En dan zijn er de landkaarten. Deze hangen in een half dozijn Vermeers aan de muur en vormen als embleem van een groter gebied -of het nu een provincie, land of continent is- een extra vensteropening in de naar binnen gekeerde interieurs. Samuel van Hoogstraten uitte zijn enthousiasme voor landkaarten in zijn 'Inleyding: Hoe prachtige is een goede landkaart, waarin men de wereld ziet als vanuit een andere wereld, dankzij de kunst van het tekenen.' Metsu, De Hooch, Terborch en verder 'the usual suspects' versierden hun interieurs met kaarten. Destijds waren landkaarten geliefd in welvarende huishoudens, het was leuk om ze te bekijken, educatief en bovendien konden hun eigenaars goede sier maken met hun interesse in geografie en politiek, en zelfs met hun vaderlandsliefde. De meeste landkaarten van Vermeer zijn herkend. Een kaart, van Holland en West-Friesland, die bijna helemaal te zien is in 'De Soldaat en het lachende meisje' en gedeeltelijk in 'Brieflezende vrouw in het blauw', is gemaakt door de cartograaf Balthasar Floriszoon van Berckenrode en uitgegeven door Willem Janszoon Blaeu. In 1661 was de landkaart ongeveer veertig jaar oud. De tekst beneden aan de rand van de kaart verheerlijkt de standvastigheid van de Hollanders en het land dat zij wisten te behouden. In het eerstgenoemde schilderij suggereerde Vermeer met de landkaart misschien dat de soldaat iets te maken had met het behoud van de provincies die te zien zijn. In het laatstgenoemde wilde hij misschien een wenk geven dat de brief van de vrouw geschreven was door iemand 'daar' buiten. De landkaart met alle Zeven Provinciën in 'De Schilderskunst' werd gemaakt door Nicolaes Janszoon Visscher en in 1636 uitgegeven toen de noordelijke en zuidelijke provincies ten minste in theorie nog bij elkaar waren (de formele scheiding vond in 1648 plaats), en draagt net als de kaart van Europa in de 'De luitspeelster' bij aan de indruk dat de kamer een echte ruimte is waarin wordt geleefd.
Het is mogelijk dat Vermeer, behalve in schilderijen, ook in landkaarten handelde. Hij had duidelijk plezier in het schilderen van vorm en textuur van landkaarten; soms veranderde hij de kleuren van de kaart en de roede, zodat ze een contrast vormden met de figuren in zijn schilderijen, of er juist beter bij pasten; in andere gevallen hield hij zich zo nauwkeurig mogelijk aan de landkaarten. De patronen en schakeringen die de cartografen maakten in hun afbeeldingen van land en zee, zijn als een plaatje binnen een plaatje. Een aantal van Vermeers landkaarten zijn scherper afgebeeld dan andere en vallen daardoor meer op. De horizontale roedes met hun gedraaide knoppen aan de uiteinden konden verschillende visuele doelen dienen, maar heel vaak gebruikt hij ze als een soort trekstang in gebouwen, om delen van het schilderij bij elkaar te houden. Waar hij uiteindelijk tot de conclusie kwam dat zo'n bindend middel overbodig was, werkte hij het weg, zoals in 'Vrouw met parelsnoer', waarvan we nu, dankzij röntgenfoto's weten, dat hij aanvankelijk een landkaart van de Zeventien Provinciën schilderde. Het resultaat hiervan is een gedurfde hoeveelheid witte muur, waarmee hij kon laten zien hoe goed hij Fabritius kon evenaren en kaal pleisterwerk kon nabootsen. Professor Montias heeft erop gewezen dat de verticale vouw in de landkaart in 'de Schilderskunst min of meer langs de scheidslijn loopt tussen de noordelijke en de zuidelijke provincies, maar onzeker blijft of de vouw een politieke toespeling van onze schilder is, of gewoon toevallig aanwezig was in zijn exemplaar van de kaart. Misschien wilde Vermeer dat we aan een plooi dachten die kon worden weggestreken, zoals ook, op een goede dag, de gescheiden provincies -ondanks de huidige stand van zaken- weer samengebracht konden worden. Misschien vond hij de vouw gewoon mooi en schilderde hij hem voor zijn eigen plezier. Het feit dat hij in 'Vrouw met de waterkan' alleen de zuidelijke provincies afbeeldt, is waarschijnlijk eerder aan zijn compositorische bedoelingen te danken dan aan een uiting van katholieke sympathieën.'"
(bron: Anthony Bailey - Gezicht op Delft - Een biografie van Johannes Vermeer)
"...
En dan zijn er de landkaarten. Deze hangen in een half dozijn Vermeers aan de muur en vormen als embleem van een groter gebied -of het nu een provincie, land of continent is- een extra vensteropening in de naar binnen gekeerde interieurs. Samuel van Hoogstraten uitte zijn enthousiasme voor landkaarten in zijn 'Inleyding: Hoe prachtige is een goede landkaart, waarin men de wereld ziet als vanuit een andere wereld, dankzij de kunst van het tekenen.' Metsu, De Hooch, Terborch en verder 'the usual suspects' versierden hun interieurs met kaarten. Destijds waren landkaarten geliefd in welvarende huishoudens, het was leuk om ze te bekijken, educatief en bovendien konden hun eigenaars goede sier maken met hun interesse in geografie en politiek, en zelfs met hun vaderlandsliefde. De meeste landkaarten van Vermeer zijn herkend. Een kaart, van Holland en West-Friesland, die bijna helemaal te zien is in 'De Soldaat en het lachende meisje' en gedeeltelijk in 'Brieflezende vrouw in het blauw', is gemaakt door de cartograaf Balthasar Floriszoon van Berckenrode en uitgegeven door Willem Janszoon Blaeu. In 1661 was de landkaart ongeveer veertig jaar oud. De tekst beneden aan de rand van de kaart verheerlijkt de standvastigheid van de Hollanders en het land dat zij wisten te behouden. In het eerstgenoemde schilderij suggereerde Vermeer met de landkaart misschien dat de soldaat iets te maken had met het behoud van de provincies die te zien zijn. In het laatstgenoemde wilde hij misschien een wenk geven dat de brief van de vrouw geschreven was door iemand 'daar' buiten. De landkaart met alle Zeven Provinciën in 'De Schilderskunst' werd gemaakt door Nicolaes Janszoon Visscher en in 1636 uitgegeven toen de noordelijke en zuidelijke provincies ten minste in theorie nog bij elkaar waren (de formele scheiding vond in 1648 plaats), en draagt net als de kaart van Europa in de 'De luitspeelster' bij aan de indruk dat de kamer een echte ruimte is waarin wordt geleefd.
Het is mogelijk dat Vermeer, behalve in schilderijen, ook in landkaarten handelde. Hij had duidelijk plezier in het schilderen van vorm en textuur van landkaarten; soms veranderde hij de kleuren van de kaart en de roede, zodat ze een contrast vormden met de figuren in zijn schilderijen, of er juist beter bij pasten; in andere gevallen hield hij zich zo nauwkeurig mogelijk aan de landkaarten. De patronen en schakeringen die de cartografen maakten in hun afbeeldingen van land en zee, zijn als een plaatje binnen een plaatje. Een aantal van Vermeers landkaarten zijn scherper afgebeeld dan andere en vallen daardoor meer op. De horizontale roedes met hun gedraaide knoppen aan de uiteinden konden verschillende visuele doelen dienen, maar heel vaak gebruikt hij ze als een soort trekstang in gebouwen, om delen van het schilderij bij elkaar te houden. Waar hij uiteindelijk tot de conclusie kwam dat zo'n bindend middel overbodig was, werkte hij het weg, zoals in 'Vrouw met parelsnoer', waarvan we nu, dankzij röntgenfoto's weten, dat hij aanvankelijk een landkaart van de Zeventien Provinciën schilderde. Het resultaat hiervan is een gedurfde hoeveelheid witte muur, waarmee hij kon laten zien hoe goed hij Fabritius kon evenaren en kaal pleisterwerk kon nabootsen. Professor Montias heeft erop gewezen dat de verticale vouw in de landkaart in 'de Schilderskunst min of meer langs de scheidslijn loopt tussen de noordelijke en de zuidelijke provincies, maar onzeker blijft of de vouw een politieke toespeling van onze schilder is, of gewoon toevallig aanwezig was in zijn exemplaar van de kaart. Misschien wilde Vermeer dat we aan een plooi dachten die kon worden weggestreken, zoals ook, op een goede dag, de gescheiden provincies -ondanks de huidige stand van zaken- weer samengebracht konden worden. Misschien vond hij de vouw gewoon mooi en schilderde hij hem voor zijn eigen plezier. Het feit dat hij in 'Vrouw met de waterkan' alleen de zuidelijke provincies afbeeldt, is waarschijnlijk eerder aan zijn compositorische bedoelingen te danken dan aan een uiting van katholieke sympathieën.'"
(bron: Anthony Bailey - Gezicht op Delft - Een biografie van Johannes Vermeer)
Aan deze kaart wordt geen overtuigend iconografische interpretatie gegeven, zelfs ondanks het feit dat ze toch een fundamentele rol in de samenstelling speelt. Anders dan voor wetenschappelijke doeleinden, werden kaarten op grote schaal gebruikt als een decoratief element in de Nederlandse huizen en werden ze gepubliceerd in grote hoeveelheden.
|
Dankzij Paul en Bert Van de Velde beschik ik sinds begin mei 2015 over een identieke kaartknop als diegene vanop het schilderij!
Het heeft flink wat werk gevraagd maar het resultaat mag er zijn! Binnenkort een laklaagje! Bedankt Paul en Bert! Paul maakte deze kaartknoppen volledig vrijwillig. Hij wou er absoluut niks voor in de plaats. "Kom je werk dan maar eens tonen, wanneer het klaar is..."
Helaas overleed Paul op 1 februari 2016 en heb ik 'm dus m'n werk niet meer kunnen tonen... |